8. Maar ik kan mijzelf toch niet bekeren, dat moet God doen!

Misschien denk jij: "Ik kan mijzelf niet bekeren, dat moet God doen." Het lijkt alsof je gelijk hebt, maar toch vraagt God om je te bekeren. Hoe zit dat dan?

Een belangrijke regel uit de Bijbel is deze: als God iets van ons vraagt, dan ,maakt Hij ook dat dit mogelijk is, anders zou Hij het niet vragen. Hieronder twee voorbeelden daarvan uit de Bijbel:

1. De verlamde man in Bethesda (Johannes 5:1-9)

In Bethesda lag een man die 38 jaar verlamd was. De Heere Jezus kwam op een dag bij hem staan en zei: "Sta op, neem uw beddeken op en wandel." Was dat niet wreed, om tegen een verlamde te zeggen dat hij op moet staan? Dat kon hij namelijk niet. Toch gebeurde het. De man stond op en pakte zijn bed. Hoe kon dat nu? Omdat Jezus het zei. En als Hij iets zegt, dan kan het, ook al lijkt het menselijk gezien onmogelijk. Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. 

2. Lazarus (Johannes 11:1-44)

Lazarus was gestorven. Hij had al 3 dagen in het graf gelegen. Hij kon niets meer. Jezus zei echter tegen hem: "Lazarus, kom uit!" Was het niet vreemd om tegen een overleden iemand te zeggen: "Kom uit"? Lazarus kon toch niet horen en al helemaal niet lopen? Toch gebeurde het. Hoe kon dat nu? Omdat Jezus het zei. En als Hij iets zegt, dan kan het, ook al lijkt het onmogelijk.

We kunnen ons niet bekeren in eigen kracht en we kunnen uit onszelf niet geloven, maar dit sluit onze verantwoordelijkheid niet uit. Je kunt dit niet als excuus gebruiken of je erachter verschuilen. Als God tegen jou zegt: “Bekeert u, en gelooft het Evangelie”, stel dan alsjeblieft niet uit tot morgen. Je kunt niet als excuus om je niet te bekeren, zeggen: “Dat kan ik niet, ik kan me niet bekeren in eigen kracht. Ik kan niet geloven, dat moet God in mij werken”.

Als je wel wilt geloven, maar niet kunt geloven, dan mag je tegen de Heere God zeggen: “Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp” (Markus 9:24b). En dan schenkt God het geloof.

Als God van jou vraagt om je te bekeren en in Hem te geloven, dan geeft Hij je ook de mogelijkheid om dit te doen, anders zou Hij dit niet van je vragen. God schenkt het verlangen, de wil, de kracht, het geloof dat nodig is.

De Heere God laat ook in Lukas 11:5-13 en Filippenzen 2:13 zien dat het Zijn hart is om het ons te geven als wij iets bidden naar Zijn wil en ons te schenken wat Hij van ons vraagt. 

 

Om over na te denken
Lees Mattheüs 19:25,26. Wat betekenen deze Bijbelverzen voor jou?


 

Copyright
De tekst van deze website mag vrij gedownload en gekopieerd worden om door te geven aan anderen, mits deze ongewijzigd wordt overgenomen, met vermelding van deze website.